Perenboom
Ik heb geraapt, een hele hap
ik heb genoeg, de boom blijft baren
Gedroogd, gesapt, gestoofd, geprakt
er is te veel om te bewaren.
Wie heeft geteld wat zij kan geven?
Wie heeft haar schoonheid ooit bedacht?
Ze bloost bekoorlijk in september
haar vruchten vallen rond en zacht.
Ik ben zuinig, zij verraadt me
ik ben niet zo gul als zij
Hemelhanden stromen over
er is genoeg voor jou en mij.